Naam stichter

Uit de meetkundige opbouw van het stratenplan van het Centrum en van de deelgemeente Sint-Kwintens-Lennik kunnen we toch een aantal dingen leren over het profiel van de stichter. Het is iemand die:

1) overduidelijk iets met het getal 5 heeft, of met 1/5 (Quintus)

2) gestudeerd heeft (zwaartepunt, lijnen, symmetrie, landmeetkunde, … )

3) de streek kent, of tenminste eens geweest is waar nu Lennik is.

4) er duidelijk werk van wil maken, alsof hij iets te bewijzen heeft.

5) het recht (gekregen) heeft om een stad te stichten

Quintus Tullius Cicero (102 v.Chr. – 43 v.Chr.) voldoet hieraan. Hij is de broer van de beroemde Marcus Cicero.

1) Zijn naam betekent 1/5. Hij heeft alle Latifundia in Sint-Kwintens-Lennik in 5 perfect gelijke delen opgesplitst, en deze grenzen terug zijn ook nog steeds in onze wegen terug te vinden. Ook in het centrum heeft hij deze oppervlakte als basis genomen. Op beide kaarten zijn de lichtblauwe lijnen de grenzen van de ‘Quintus Centuria’ of de 101000m2.

Opmerkelijk is dat deze opdeling niet terug te vinden is in de andere deelgemeenten en ook niet in buurtgemeenten net buiten het huidige Lennik. Quintus is vermoord in 43v.Chr. Zijn tijd was dus beperkt en waarschijnlijk hebben zijn opvolgers verder gedaan met stukken grond te verdelen in centuria, zonder deze extra 1/5 verdeling.

2) Hij heeft samen met zijn broer in Rome en Athene gestudeerd, en had dus verstand van het berekenen van het zwaartepunt, lijnen, symmetrie en landmeetkunde. Het ontwerp van het historisch centrum straalt meetkundig inzicht uit.

3) Hij heeft zijn castra hiberna (winterkamp) als Legati (generaal) van Julius Ceasar in het gebied van de Nerviers gehad. Mijn gok, en van een heel aantal historici, was de plaats van het huidige Kester (Frans: Castre). Lennik centrum is maar 5km daar vandaan, dus hij zal de plaats van het centrum met het reliëf en de waterlopen er rond gezien hebben. Hij zal ongetwijfeld opgemerkt hebben dat dit een mooie plaats was om te wonen.

4) Het is geweten uit brieven tussen Quintus en zijn broer dat zijn broer vaak kleinerend naar hem deed. Hij zal, als hij de kans kreeg om een stad te stichten, dit op een zo perfect mogelijke manier gedaan willen hebben. Om zijn kennis van meetkunde te tonen legt hij 3 soorten meetkunde over elkaar om alle straten in het centrum te bepalen.

5) Caesar was zeer tevreden over Quintus Cicero. Hij heeft de belegering van zijn winterkamp door de overweldigende verzamelde troepen van de Galliërs, dus ook van Ambiorix goed doorstaan. Caesar vernoemt hem 22 keer in zijn ‘Commentarii De Bello Gallico’. Als Caesar in 47v.Chr beslist om 15000 veteranen een deftig stuk grond te geven, zal Quintus een logische eerste keus zijn geweest om deze operatie ter plaatse te organiseren.

Vandaar dat het zeer aannemelijk is dat Quintus Cicero in 47v.Chr. door Julius Caesar persoonlijk gevraagd zal zijn om het verdelen van gronden in het gebied van de Nerviërs op zich te nemen, en kan hij dus de stichter van Lineacum genoemd worden.

3D Scan van het enige beeld van Quintus Cicero in een park nabij Sint Petersburg

Historici geloven niet dat er ten tijde van Caesar al grond verdeeld zou zijn in Gallië. Er zijn geschriften gevonden dat Caesar van plan was 15000 veteranen een stuk grond te geven in de nieuwe Romeinse provincies, maar er zijn tot nu toe geen teksten gevonden van de uitvoering, of opgravingen die dat bevestigen.

De bedoeling van Caesar was waarschijnlijk niet alleen de veteranen gunstig te stemmen met een stuk grond, maar om voldoende Romeinen naar Gallië te krijgen zodat er geen opstanden meer zouden zijn. Om opstanden in nieuwe gebieden te voorkomen zijn er 3 methoden:

  1. De bevolking uitmoorden: slecht plan, want er waren slaven nodig
  2. Meerdere legioenen (5000 tot 6000 soldaten + extra personeel ) naar Gallië sturen: heel kostelijk om dit jaren te blijven doen. Dit kost de schatkist in Rome bergen geld en is dus moeilijk te verkopen aan de politieke mede- en tegenstanders.
  3. Gratis vele grote stukken grond (1 Centuria) uitdelen aan Romeinen om ze te overtuigen om naar een gebied ver buiten Rome te gaan wonen. Op deze stukken grond wonen lokale boeren, maar deze komen onder het gezag van de Romein die eigenaar wordt van het latifundia van 1 Centuria. Dit kost de schatkist in Rome niets, want de grond is gratis en ook de landmeters en mensen die het ter plaatsen moeten organiseren krijgen een deftig stuk grond.

Tot nu geloven geschiedkundigen niet dat er verdeling van gronden voor keizer Augustus (27v.Chr.) geweest zou zijn in Gallië, omdat er geen harde bewijzen gevonden zijn.

Echter economisch is het ongeloofwaardig om tussen 47v.Chr. en 27v.Chr., dus 20 jaar lang, net veroverd gebied te blijven bewaken met legioenen betaald vanuit Rome. Het is logisch dat Caesar de goedkope oplossing zal verkozen hebben, mede omdat het geweten is dat hij 15000 veteranen een stuk grond wou geven.

We stellen dat Quintus Cicero Lineacum sticht in 47v.Chr. Heel waarschijnlijk zijn er op andere plaatsen gelijkaardige verdelingen van grond in Gallië, want een operatie van dergelijke omvang start je niet op 1 plaats.