Oppervlaktemethode

Hier leggen we de oppervlakte methode om latifundia te vinden en de originele Romeinse kaart te reconstrueren uit, maar beginnen eerst even met het idee waar geschiedkundigen nu mee werken.

Momenteel gaan onderzoekers uit van een vierkant raster dat doorloopt voor grote gebieden in het Romeinse Rijk en waar hier en daar toevallig een weg zou mee overeen komen. Deze weg of stuk er van wordt dan toegeschreven aan de Romeinse planning. Een voorbeeld is te zien op onderstaande kaart (het raster in het blauw en wit ligt gedraaid).

Foto: Luc Vermeiren

Zoals te zien zijn overeenkomsten tussen bestaande wegen en het raster in Lennik zeldzaam. De kronkelweg linksboven dicht bij het raster zou heel duidelijk zijn. Maar de Romeinen konden perfect hun heirbanen kilometers ver rechtdoor trekken. Dus moeten ze dat ook gekund hebben voor korte wegen. Op deze manier zijn nog (quasi) geen latifundia grenzen terug gevonden in onze streken.

De historici denken in rechte lijnen en Romeinse afstanden, wat lijkt te kloppen in vlakke landschappen. Maar na meer dan tachtig gelijke aansluitende oppervlaktes te hebben gevonden in en rond Lennik, durf ik stellen dat de Romeinen hier oppervlaktes van 1 centuria (50.5ha) gebruikten om grond te verdelen, zonder raster of rechte lijnen. In een heuvelachtig gebied zijn rechte lijnen om landbouwgrond te verdelen onlogisch. Wat wel belangrijk is voor landbouw is de oppervlakte en de indeling in velden die geen waterlopen of hellingen kruisen.

De bedoeling van de verdeling van de grond door de Romeinen was dat de mensen hun geld konden verdienen met landbouw. Romeinse landbouwkundigen geven de oppervlakte van 1 centuria aan als ideale oppervlakte om economisch interessant te zijn voor het telen van graan en groenten. En ook haalbaar als oppervlakte om te bewerken.

Ik ben veel gaan wandelen en heb het landschap bekeken als boerenzoon. De waterlopen en graften (hellingsknik) zijn de logische grenzen om van te beginnen, omdat dit natuurlijke grenzen zijn voor o.a. ploegen en voor paard en kar. Een poel of waterbron is ook belangrijk om een boerderij te kunnen plaatsen, dit is een extra vereiste. De oppervlakte van 1 centuria is daarnaast belangrijk voor een eerlijke verdeling. Tot slot is het belangrijk dat de puzzel klopt, dus dat het een aaneensluitend gebied zijn zonder niemandsland. Een voorbeeld van dergelijke puzzel is Lennik en omstreken op volgende afbeelding.

Al deze lijnen komen overeen met: bestaande wegen, veldwegen, wegen op oude kaarten, beken, graften (hellingsknik), bestaande gemeentegrenzen en heel soms lange doorlopende perceelsgrenzen (duiden op verdwenen wegen).

Enkele stukken zijn 2 of 3 centuria groot, omdat de onderverdeling met her beschikbare kaartmateriaal voorlopig niet meer te achterhalen is. Dit is vaak het geval in de omgeving van kastelen. Het centrale stuk in de afbeelding is het historisch centrum van Lineacum. Dat afgebakend gebied is zichtbaat anders opgedeeld. Maar heeft wel een oppervlakte van precies 4 centuria. Leg deze kaart op het wegenplan van Lennik van 1830 en de overeenkomst is ongelooflijk.

Methode:

Zoek op de kaarten van Popp (1846-1879) of Vandermaelen (1846-1854) stukken grond met volgende eigenschappen:

  1. oppervlakte 1 centuria: 505000m2, dikwijls een beetje groter. Maximaal enkele % groter. Tip: gebruik geopunt.be
  2. perfect aaneensluitende puzzel
  3. grenzen zijn: beken, graften, (veld)wegen die op een historische kaart staan, gemeentegrenzen, doorlopende perceelsgrenzen
  4. Centraal is dikwijls oude boerderij te vinden van ong 40m x 50m
  5. Sommige grenzen zijn verdwenen door o.a. aanleg van kasteeltuinen, zoek dan naar een veelvoud van 1 centuria.
  6. Ga ter plaatste kijken en probeer te denken als een boer die zijn land wil bewerken.
  7. Neem om extra grenzen te vinden er ook de kaarten van Villaret (1745), Ferraris (1777), Primitief Kadaster (rond 1830) en Atlas van de Buurtwegen (1841) er bij, alsook recentere luchtfoto’s.

Mijn overtuiging is dat Lennik geen alleenstaand geval is. En dat er nog veel dergelijke grondverdelingen (centurisatie of limitatio) kunnen gevonden worden in andere streken.